Bij beleid maken komt veel kennis en onderzoek kijken. Dat is een geaccepteerd gegeven. Maar beleid maken is ook een creatief proces. Het creatieve aspect wordt echter nauwelijks serieus genomen. Er is alle reden om dat wel te doen en er zijn ook methodes en technieken voor.
Elke overheidsinterventie probeert een brug te slaan tussen een bestaand heden en een gewenste toekomst. Maar wie ontwerpt de brug? Bij een fysieke brug die twee oevers verbindt, spelen onderzoek en kennis evenzeer een cruciale rol. Bij de fysieke brug gaat het bijvoorbeeld om kennis van materialen, van krachten, van verkeersstromen, van rendement op investeringen, van bodemgesteldheid en van windeffecten. Echter, net als bij het maken van beleid, volgt uit al deze verschillende soorten kennis en onderzoek allerminst een brug. Er is geen algoritme of logische analyse waarmee uit al die ingrediënten een brug resulteert.
In de bruggenbouw is dit een geaccepteerd gegeven. We hebben een architect nodig, een creatief, een scheppend individu die een ontwerp maakt, die al de hiervoor genoemde kennis weliswaar in het achterhoofd heeft, maar zich daardoor niet laat weerhouden om een Erasmusbrug, een Magere Brug, een Golden Gate of een Towerbridge te ontwerpen. Tijdens en na het ontwerp spelen kennis en onderzoek wel degelijk een rol: om te testen of het ontwerp realiseerbaar is, of het de beoogde functionaliteit inlost, of het binnen budget gaat passen, etc. Maar die testen zèlf leveren geen brug. Dat namelijk is het domein van de ontwerper.
Keren we terug naar de wereld van het beleidsontwerp, dan zien we dat kennis in beleid een serieuze vlucht heeft genomen met bijvoorbeeld als recente uiting de behoefte aan evidence based beleid. Maar net zo min als bij de brug resulteert een beleid uit toetsen en testen. Je hebt eerst een voorstel nodig, een ontwerp, voordat je het kan testen en toetsen.
Interessant aan de parallel met de bruggenbouw is dat daar niet alleen specialistische professionals beschikbaar zijn om een ontwerp te leveren, maar dat er ook een vastomlijnde procedure is om tot ontwerpen te komen: de ontwerpcompetitie inclusief een jury die keuzes maakt. De opdrachtgever formuleert haar eisen en doet vervolgens een open call aan ontwerpbureaus om met voorstellen te komen. De keuze tussen de inzendingen is een mix van toetsen en testen (doet het ontwerp wat we verlangen?) en subjectief oordeel (vinden we het ontwerp mooi?). Dat weerspiegelt zich in de samenstelling van de jury die de keuze mag maken. Helaas, zo doen we dat nooit bij beleid maken.
Uit de parallel tussen het duizenden jaren oude ambacht van bruggenbouwen en het pas enkele decennia bestaande ambacht van beleid bouwen, trek ik twee voorzichtige conclusies. Ten eerste suggereert het voorgaande dat er naast de bestaande markt van beleidsonderzoekers een nog onontgonnen markt is voor beleidsdesigners. Een beetje zoals er voor de bruggenbouw ingenieursbureaus zijn en ontwerpbureaus. Ten tweede dat er behoefte is aan het expliciet accepteren en vormgeven van beleidsontwerp als een ontwerpproces. Beleidsmakers kunnen dit bevorderen door beleidsontwerpcompetities uit te schrijven.
NB dit stuk is in druk verschenen in de prachtige bundel ‘Beleidsonderzoek in Nederland’ die op 2 juni 2015 werd gepresenteerd. Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen eerder op: beleidsonderzoekonline.